Om een diamant briljant te kunnen noemen, moet de edelsteen een heel bijzondere slijpvorm hebben. Pas als een diamant de karakteristieke facetslijping heeft gekregen die briljantslijpsel wordt genoemd, wordt hij als briljant beschouwd. In het dagelijks taalgebruik worden diamant en briljant vaak als synoniem gebruikt, wat strikt genomen fout is. Dat komt omdat elke briljant ook altijd een diamant is, terwijl een diamant niet per se een briljant hoeft te zijn. Een diamant kan ook op een andere manier geslepen worden. Het woord briljant komt uit het Frans en betekent stralend of glanzend, wat veelzeggend is voor het optische karakter van de steen. De briljantslijpvorm is bekend sinds 1910 en heeft een bijzonder intense breking van het licht van de diamant, waardoor de steen zeer sterk fonkelt. Om een perfecte briljantslijpsel aan een diamant over te brengen, moeten ten minste 32 facetten en de tafel in het bovenste deel, 24 facetten en de calette in het onderste deel worden uitgevoerd, samen met de slijping van een cirkelvormige rondist. Naast de diamant kunnen ook andere edelstenen een briljant slijpsel krijgen, maar die mogen dan niet briljant genoemd worden, maar moeten precies herkenbaar blijven, bijvoorbeeld als briljant geslepen zirkonia.
