Al duizenden jaren is de gouden ketting een van de meest klassieke sieraden bij uitstek. Het is tijdloos en de verschillende legeringen (geel, wit en roségoud) flatteren elk huidtype. Dit maakt de gouden ketting even populair bij dames als bij heren. Het edelmetaal heeft verschillende positieve eigenschappen: goud wordt niet dof, behoudt zijn glans op lange termijn en roest niet. Maar niet al het goud is hetzelfde. Het fijne goudgehalte van een gouden ketting verraadt hoe waardevol hij is. Hoe hoger het karaatgetal of het goudgehalte, hoe waardevoller het sieraad. Omdat puur goud te zacht is voor het maken van sieraden, wordt het goudgehalte verminderd en aangevuld met een metaal of edelmetaal, waardoor een legering ontstaat. Het gehalte aan fijn goud van de afzonderlijke legeringen is als volgt: 18 karaat goud bestaat uit 75% fijn goud, 14 karaat goud uit 58,5% fijn goud, 9 karaat goud uit 37,5% fijn goud en 8 karaat goud uit 33,3% fijn goud. Afhankelijk van de materiaalsamenstelling van een goudlegering verandert ook de kleur. Een verhoogde toevoeging van koper, bijvoorbeeld, zorgt voor een roodachtige goud- of rozetint, terwijl een hoog gehalte aan zilver of palladium het witte goud zijn zilverachtige glans geeft. Als je goud combineert met zilver en koper, krijg je een geelgouden tint. Net zo veelzijdig als de kleuren van een gouden ketting zijn de soorten kettingen. Afhankelijk van de vorm of schikking van de schakels wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende modellen en uitvoeringen, zoals een anker-, tank-, omega- of Y-ketting. Gouden kettingen kunnen ook worden versierd met een hanger of zonder enig decoratief element worden gedragen.
