De ringmaten zijn van cruciaal belang voor het maken van sieraden. Individuele maten, die van persoon tot persoon verschillen, kunnen worden gebruikt om de exacte pasvorm van een ring aan te geven. Om de maat van een te maken ring te bepalen, kan de binnendiameter van een reeds bestaande en goed passende ring worden gemeten met een schuifmaat, wat dan resulteert in de omtrek vermenigvuldigd met het cirkelgetal pi. De omtrek van de vinger is de doorslaggevende indicatie voor de ringmaat. Wereldwijd worden ringmaten op vijf verschillende manieren gemeten en aangegeven: Vienna Unification Measure, French Measure, Diameter Measure, English Measure en American Measure. De Vienna Unification Measure staat voor de ringmaat in millimeters. Daarom variëren de maten gewoonlijk van 40 tot 70. Bij de Franse maat wordt hiervan 40 millimeter afgetrokken om de uiteindelijke maat te krijgen, zodat de gebruikelijke maten liggen tussen 0 en 30. Bij de diametermaat wordt de gemeten omtrek gedeeld door het cirkelgetal Pi, wat ringmaten tussen 12,5 en 22,5 oplevert. Bij de Engelse maat worden letters gebruikt om de maat aan te geven (D=41,5mm, Z=70mm). In de Amerikaanse maat wordt de ringmaat aangegeven in getallen van 1 tot 13, waarbij elke waarde kan worden aangevuld met een -.
