Voor het maken van sieraden is goud een essentieel materiaal dat boeit door zijn unieke uiterlijk en daarom al duizenden jaren populair is. Wit goud is tegenwoordig een verzamelnaam voor alle goudlegeringen waarin een toevoeging van andere metalen ervoor zorgt dat het oorspronkelijke goud ontkleurd wordt. Dit betekent dat het goudgele edelmetaal een witachtige blekere goudbasis wordt die gemakkelijker te bewerken is dan zuiver goud, dat te zacht is om er een stevig en duurzaam sieraad van te maken. Wit goud werd geïntroduceerd als goedkoop substituut voor platina in goudjuwelen en om de positieve eigenschappen bij het werken met goud te behouden. Palladium, zink en ook het reeds genoemde platina vormen samen met puur goud in de legering witgoud. De variant met palladium is een bijzonder edele versie van witgoud, die bovendien relatief zacht is. De basiskleur van witgoud met palladium is grijsachtig, terwijl witgouden versies met bijvoorbeeld zink en platina lichter zijn. Naast de bekende materialen die worden gebruikt om wit goud te creëren, worden voortdurend nieuwe mogelijkheden uitgeprobeerd om fijn goud te combineren met andere elementen in een legering om wit goud te creëren. Kobalt, mangaan-germanium of chroom behoren daartoe, maar zij hebben zich meestal niet kunnen vestigen.
