Goudblad is een materiaal dat vaak gebruikt wordt in de juwelenindustrie om sieraden het uiterlijk van echt goud te geven. Het bladgoud zelf wordt gemaakt door puur goud te smelten met kleine toevoegingen van andere metalen en het dan te gieten in zogenaamde zaine. Zaine beschrijft de bijzonder dunne staven waarvan het bladgoud wordt gemaakt. Ze zijn meestal tussen de twee en vijf millimeter dik en worden verwerkt terwijl ze nog roodgloeiend zijn. Het doel hiervan is de soepelheid te behouden die essentieel is voor het verdere gebruik van dit goud. Als de zaine dan gehamerd en gerold is tot een goudstrook van ongeveer 1/33 mm dik, worden ze opnieuw bewerkt met zogenaamde veerhamers tot ze uiteindelijk nog maar ongeveer 1/1000 mm dik zijn. Bladgoud wordt vaak gebruikt in de sieradenindustrie omdat het goedkoop materiaal het uiterlijk en de bescherming tegen aanslag van echt goud geeft; maar het wordt ook gebruikt voor buitenwerk. Voor dergelijk werk, dat aan het weer wordt blootgesteld, is natuurlijk dikker bladgoud nodig dan voor sieraden. Vergulden voor buiten wordt daarom dubbel of driedubbel goud genoemd en heeft een dikte van ongeveer 1/4500 mm tot ongeveer 1/3000 mm. Het enkele goud komt op een dikte van ongeveer 1/9000 mm.
