De wijzerplaat is essentieel om de huidige tijd van een klok te kunnen aflezen. Het is verdeeld in verschillende secties om de tijd en de eenheden ervan weer te geven, wat er in combinatie met de wijzers van het horloge voor zorgt dat de tijd gemakkelijk af te lezen is. De klassieke verdeling van de wijzerplaat is in twaalf gelijke secties, waardoor het uur kan worden weergegeven met de uurwijzer. De volgende onderverdeling van de wijzerplaat is meestal in 60 secties, zodat de minuten- en secondewijzer de kleinere tijdseenheden kunnen weergeven. Op wijzerplaten worden de secties bovendien gemarkeerd door zogenaamde indexen, wat gebeurt met de cijfers van 1 tot 12 voor de uren en, in het geval van de minuten- en secondenverdelingen van 0 tot 60, vaak alleen in stappen van 5 of 10 wordt uitgevoerd om de wijzerplaat niet te overbelasten. Het feit dat een wijzerplaat precies zo is en dat de tijd erop altijd instinctief kan worden afgelezen, is waarschijnlijk ook te danken aan de karakteristieke en altijd identieke plaatsing van de cijfers. Deze zijn bedoeld om ons te herinneren aan het pad van de zon in de loop van de dag, wat ook de 12 bovenaan de wijzerplaat verklaart.
